Helemaal hot (en hoognodig!)
Sommigen spreken van een ‘revolutie in de zorg’, van een ‘trendbreuk’ of een ‘transformatie’. Anderen formuleren het wat gematigder, zien het soms meer in de complementaire sfeer. Maar het is onmiskenbaar: leefstijlgeneeskunde staat in de belangstelling. Nadat er in de gezondheidszorg decennialang vooral aandacht en geld beschikbaar was voor ‘pillen en poeders’, ter verlichting of genezing van aandoeningen die al waren opgetreden, gaan er nu steeds meer stemmen op voor leefstijlverandering - als medicijn en vooral ook ter preventie. Dat werd hoog tijd. Ten eerste omdat letterlijk miljoenen mensen in Nederland lijden aan chronische aandoeningen, die allerlei beperkingen, vaak veel leed en inkomensverlies met zich meebrengen. En ten tweede omdat de kosten van de gezondheidszorg gierend uit de hand lopen en die situatie simpelweg niet langer houdbaar is.
Curatief én preventief
Uitgaande van de officiële definitie van ‘geneeskunde’ zoals die in Van Dale staat, definieert het Nederlandse Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde (NILG) als volgt wat het onder leefstijlgeneeskunde verstaat: “het onderzoek naar en de toepassing van leefstijl in de curatieve gezondheidszorg.” Met andere woorden: volgens deze omschrijving is het primaire doel van leefstijlgeneeskunde niet preventief (= ter voorkoming van ziekten), maar curatief (= ter genezing hiervan).
Gelukkig wijst ditzelfde centrum er tegelijkertijd op dat aandacht voor leefstijl ook ter preventie van veel chronische aandoeningen van harte wordt aanbevolen. Veel van deze aandoeningen, waaraan alleen al in Nederland miljoenen mensen lijden of die ze dreigen te ontwikkelen, zijn namelijk een combinatie van genen en leefstijl. Aan de eerste is niet veel te doen, aan het laatste zeker wel, zo luidt het uitgangspunt van het NILG.
Omslag nodig
Het NILG is een initiatief van TNO en het LUMC, niet de minste partijen. Ook de doelstelling die het centrum zich gesteld heeft, is ambitieus: “het halveren van de maatschappelijke en economische impact van leefstijl-geneesbare ziekten in de komende 10 jaar[1].”
Hiervoor is een omslag nodig op verschillende niveaus: in de zorg zelf, die op een andere manier naar ziekte en gezondheid moet gaan kijken, maar ook in het aan de zorg gerelateerde bedrijfsleven, ‘de zorgeconomie’ genoemd, waar nagedacht zal moeten worden over andere verdienmodellen. Bij de beleidsmakers en politici op lokaal, regionaal, landelijk en zelfs internationaal[2] niveau, maar vooral ook bij de burgers, de (potentiële) patiënten of cliënten. Die zullen veel meer dan nu de verantwoordelijkheid en de regie over hun gezondheid in eigen hand moeten nemen en moeten houden. Waar nodig worden zij hierbij natuurlijk ondersteund door professionals, met wie zij, in plaats van de huidige hiërarchische relatie, veeleer een gelijkwaardige relatie zullen onderhouden.
Kortom: de mindset van alle betrokken zal drastisch óm moeten.
Kernbegrippen
Wie zich een beetje verdiept in de leefstijlgeneeskunde, stuit al snel op de volgende kernbegrippen, naast de hierboven al genoemde eigen verantwoordelijkheid en eigen regie:
- Personalisatie: de patiënten/cliënten/burgers worden als individu benaderd: wat past het beste bij hén? Hoe kunnen zij, vanuit hún specifieke leefsituatie, invloed uitoefenen op hun gezondheid en welzijn? Wat zouden zíj moeten veranderen aan hun leefstijl om gezonder te gaan leven? En wat hebben zij daarvoor nodig?
- Gedragsverandering: een van de belangrijkste aspecten van leefstijlgeneeskunde. Zoals het woord al aangeeft, gaat leefstijlgeneeskunde uit van een gezonde leefstijl. Bij veel mensen is daar nog (veel) verbetering te behalen en dat vergt gedragsverandering. Ze moeten bijvoorbeeld anders gaan eten, meer gaan bewegen of juist minder alcohol gaan drinken. Of ze moeten op zoek naar manieren om minder last te ervaren van stress, wat nog gecompliceerder kan zijn.
Om dergelijke ingrijpende veranderingen vol te houden volstaat het niet deze ‘te adviseren’ of zelfs ‘op te leggen’. Veel mensen hebben er hulp bij nodig om hun gedrag op een duurzame manier te kunnen veranderen. Daar dient dus binnen de leefstijlgeneeskunde voldoende aandacht voor te zijn. Om een gezondere generatie te laten opgroeien is onderwijs in gezonde leefstijl noodzakelijk, dit kan niet vroeg genoeg beginnen!
Om er bovendien voor te zorgen dat de huidige generatie gezonder opgroeien, is onderwijs in leefstijl noodzakelijk, bij voorkeur vanaf de basisschool. - Support: vanuit hun nieuwe rol als regisseur van hun eigen gezondheid is het waarschijnlijk dat een aantal patiënten niet alleen ondersteuning zoekt bij zorgprofessionals, maar ook bij medepatiënten/-burgers. Zeker op het gebied van leefstijl kan het bijvoorbeeld heel motiverend zijn om samen met anderen te bewegen, om met elkaar gezonde recepten uit te wisselen (zoals nu al gebeurt op talrijke blogs en andere social media) en om in een wijk of stad vaste meditatiemomenten met elkaar af te spreken voor een nog krachtiger resultaat.
Het NILG heeft bijvoorbeeld een dergelijke supportgroep ingericht onder de naam Samen Gezond Community. Deze beheert overigens ook de data van alle deelnemers, zodat onderzoek kan worden gedaan naar de resultaten van de leefstijlgeneeskunde en nóg effectievere adviezen kunnen worden gegeven en interventies kunnen worden voorgesteld. - E-health, oftewel: zorg via internet. In deze digitale tijd kan ook in het kader van leefstijlgeneeskunde heel goed gebruikgemaakt worden van digitale mogelijkheden. Het onderzoeken en verder ontwikkelen hiervan is niet voor niets een specifiek aandachtspunt van het NILG. Vaak worden live gesprekken met zorgprofessionals gecombineerd met online contacten, zoals appen, chatten en beeldbellen. Ook zijn er voor sommige aandoeningen al online behandelmodules voorhanden en kunnen patiënten hun dossiers online inzien. Zo wordt de zorg steeds plaats-onafhankelijker en makkelijker toegankelijk: via de smartphone of tablet die de meeste mensen toch al permanent bij zich hebben. (Dat geldt overigens niet alleen in het kader van leefstijlgeneeskunde; de zorg als geheel digitaliseert.)
Bijkomende voordeel van e-health: het kan ook anoniem. Zo kunnen mensen ook geholpen worden die bijvoorbeeld uit schaamte niet makkelijk contact zoeken met hulpverleners. (Dit is vooral aan de orde in de geestelijke gezondheidszorg, maar zou bijvoorbeeld ook denkbaar kunnen zijn bij morbide obesitas.)
Een stap verder
Waar het gaat om leefstijlgeneeskunde worden op dit moment vooral de volgende aspecten benadrukt:
- voeding (mede in relatie tot overgewicht)
- beweging (idem)
- slaap
- stress
- alcohol en drugs.
Soms wordt ook zingeving genoemd, maar daar wordt vooralsnog weinig op ingezoomd. Wat opvalt, is dat deze elementen vooral fysiek zijn: het gaat over lichamelijke aspecten die de lichamelijke gezondheid beïnvloeden. Alleen stressvermindering vraagt ook om een psychologische aanpak.
Veel alternatief werkende artsen en therapeuten gaan één of meer stappen verder: zij zijn van mening dat bijvoorbeeld ook relaties en spiritualiteitsbeleving van invloed zijn op de gezondheid. Onder relaties wordt dan vaak verstaan: iemands plek in de wereld, zowel fysiek als energetisch. Die kan ondersteunend zijn, maar ook ziekmakend. Met name met behulp van systemisch werk (familie- en andere opstellingen) kan hiernaar gekeken worden en kan mogelijk verbetering worden bewerkstelligd.
Onder spiritualiteitsbeleving valt vooral: de manier waarop iemand zijn leven aanschouwt in een groter kader - met of zonder Godsbeleving. Dit grenst aan zingeving, maar gaat vaak dieper.
Spectaculair onderzoek
Het NILG is opgericht in januari 2017, ruim anderhalf jaar geleden. Een van de nauw betrokkenen is hoogleraar diabetologie Hanno Pijl van het LUMC. Hij nam ook deel aan het onderzoek naar de omkeerbaarheid van diabetes type 2[3] dat onlangs werd afgerond en waarvan de resultaten behoorlijk spectaculair zijn, zeker vanuit leefstijlgeneeskundig perspectief:
- Aangepaste voeding en voldoende beweging leidden bij 90% van de deelnemers tot een lagere bloedsuikerspiegel.
- Een groot deel van hen kon helemaal of gedeeltelijk stoppen met medicijngebruik.
- Bijna 40% kan nu, een jaar later, nog steeds zonder medicatie.
Geen enkel chemisch medicijn heeft ooit een dergelijk resultaat opgeleverd bij deze aandoening![4]
Manifest aan de Tweede Kamer
Dit resultaat is expliciet naar voren gebracht in een manifest[5] dat is verstuurd aan de Tweede Kamer ter gelegenheid van een debat over de zorg dat zij in april jl. voerde met de Minister voor Medische Zorg, Bruno Bruins. Dit manifest is geschreven door de hierboven genoemde medisch specialist Hanno Pijl, samen met Martijn van Winkelhof (fiscalist en bedrijfskundige bij de overheid) en Margo Vliegenthart (voormalig staatssecretaris van VWS en SER-lid). Het is mede-ondertekend door nog eens ruim 20 pleitbezorgers voor leefstijlgeneeskunde, onder wie met name hoogleraren, artsen en medisch specialisten, maar bijvoorbeeld ook trendwatcher Adjiedj Bakas en publicist/psychiater Bram Bakker.
Ook het manifest tekenen?
Op de website van het Nederlands Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde staat een manifest, het Manifest voor Leefstijlgeneeskunde, dat in grote lijnen overeenkomt met het manifest dat in dit artikel wordt besproken. Wie de leefstijlgeneeskunde een warm hart toedraagt, wordt gevraagd dit te ondertekenen. De auteurs en ondertekenaars nodigen de regering en de Tweede Kamer uit om vol in te zetten op (curatieve) leefstijlgeneeskunde.
Zie www.nilg.eu Manifest.
De kern van hun boodschap luidt: maximale inzet op leefstijlgeneeskunde is onvermijdelijk, in elk geval als het kabinet een bestendige trendbreuk in de zorgkosten wil realiseren. En omdat het potentieel van leefstijlgeneeskunde vaak heel groot is, zoals al is bewezen, verdient dit “ten minste een plek […] in het protocol als ‘interventie eerste keus’, voordat eventuele medicatie wordt ingezet”.
Bewezen effecten van leefstijlgeneeskunde
In het manifest wordt niet alleen het hierboven genoemde onderzoek naar diabetes type 2 aangehaald, maar wordt ook nog een aantal andere zogenaamde leefstijlaandoeningen vermeld waarin een verandering van leefstijl bewezen drastische verbeteringen in de gezondheid kan brengen. Aangevuld met voorbeelden uit andere bronnen[6] leidt dat al snel tot het volgende, verre van volledige lijstje:
- Hardlopen kan helpen tegen angststoornissen en depressieve klachten.
- Specifieke diëten kunnen helpen tegen de ziekte van Crohn en andere aandoeningen van het maag-darmsysteem (zoals PDS).
- Buikvetreductie kan leiden tot een aanzienlijke verbetering voor astmapatiënten.
- Gezond eten kan helpen tegen depressieve klachten.
- Beweging en zingeving kunnen helpen tegen dementie.
- Meditatie kan helpen tegen chronische ontstekingen (reuma, eczeem, psoriasis, …).
- Probiotica kunnen helpen bij de ziekte van Parkinson en enkele psychiatrische stoornissen.
Reactie van de minister
Teleurstellend genoeg leek de minister niet erg onder de indruk; hij nam althans het standpunt in dat “er […] niet zoiets [is] als leefstijlgeneeskunde”.
Congres over leefstijlgeneeskunde
Op woensdag 21 november 2018 organiseren TNO en LUMC de Second Annual Conference ‘Lifestyle as Medicine’ in CORPUS Congress Center Oegstgeest. Meer informatie over het programma zal binnenkort te vinden zijn op www.nilg.eu.
Naar aanleiding daarvan hebben twee van de manifestschrijvers, Hanno Pijl en Ben van Ommen (hoofd onderzoek bij TNO), hem alsnog een brief[7] gestuurd, waarin ze uitleggen dat hij óf verkeerd geïnformeerd moet zijn geweest, óf dat zijn opmerking wellicht bedoeld was als: “op dit moment wordt leefstijlgeneeskunde nog niet toegepast” (en daar zou verandering in moeten komen).
Hoopvoller standpunten en ontwikkelingen
Vanuit de Tweede Kamer leek gelukkig meer sympathie te bestaan voor leefstijlgeneeskunde. Tijdens het debat met de minister diende Kamerlid Corinne Ellemeet van GroenLinks bijvoorbeeld een motie[8] in, mede ondertekend door Carla Dik-Faber van de ChristenUnie, waarin de regering wordt verzocht om met de zogenaamde veldpartijen een onderzoeksagenda op te stellen om de ontwikkeling van leefstijlgeneeskunde vorm te geven. Deze motie werd niet alleen aangenomen met 130 van de 150 stemmen (alleen de PVV stemde tegen), ze sluit ook aan bij het voornemen dat al in het regeerakkoord is verwoord, namelijk dat zal worden bevorderd “dat bepaalde bewezen effectieve interventies, bijvoorbeeld de inzet van specifieke […] voeding, alsook bepaalde leefstijlinterventies, een plek krijgen in medische opleidingen en richtlijnen” en dat “daar waar kennis over die effectiviteit nog ontbreekt, […] aanvullend onderzoek [zal worden gedaan].”[9]
Ook is inmiddels besloten dat een vorm van leefstijlgeneeskunde, begeleiding door een leefstijlcoach voor een bepaalde groep patiënten (met name mensen met ernstig overgewicht), met ingang van 2019 vergoed wordt vanuit het basispakket[10]. Kortom: er zit enige beweging in op politiek niveau…
Knelpunt: financiering
Een belangrijk knelpunt voor de verdere ontwikkeling van leefstijlgeneeskunde is de financiering. Nader onderzoek in dit werkveld is namelijk financieel vrijwel nooit rond te krijgen. Dat komt doordat het meeste onderzoek wordt gefinancierd door ‘private partijen’, bedrijven dus. En die financieren logischerwijs vooral onderzoek waaraan ze op termijn kunnen verdienen. Dat kan aan medicijnen wel, maar aan voeding, beweging en zingeving niet. Die zijn immers niet te patenteren.
Ervan uitgaande dat leefstijlgeneeskunde inderdaad de drastische besparingen op de zorgkosten kan opleveren waarmee de voorstanders nu schermen[11], zou onderzoek naar leefstijlgeneeskunde in theorie dus een goede investering zijn voor de overheid. En indirect natuurlijk voor de premiebetalers. Daarvoor wordt dan ook vanuit verschillende richtingen gepleit.
Maar er is niet alleen financiering van onderzoek naar leefstijlgeneeskunde nodig. De bevindingen moeten ook gedegen ingebed en onderwezen worden in de opleidingen geneeskunde, worden opgenomen in de medische protocollen (bij voorkeur dus als ‘interventie eerste keus’) en doordringen tot de spreekkamers van de reeds zittende artsen. Ook daar zijn financiële middelen voor nodig, naast de al eerder omschreven omslag in denkwijze in deze hele ‘keten’, tot en met de patiënt/cliënt.
Bovendien zullen de meeste kosten van leefstijlgeneeskunde, hoe relatief beperkt deze wellicht ook zijn, vergoed moeten gaan worden vanuit de basisverzekering, zodat iedereen er daadwerkelijk toegang toe heeft.
Op dit vlak zijn er dus nog wel een paar hordes te nemen.
Bronnen en noten
- Nederlands Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde, NILG
- keerdiabetsom
- arts+voeding
- zorgvisie
- orthofyto
- mmv nieuws
[1] Dit is sinds de oprichting in januari 2017.
[2] cardioloog dr. Aseen Malhotra spreekt het Europees Parlement toe.
[3] Bij diabetes type 2 reageert het lichaam niet meer goed op insuline, het hormoon dat de bloedsuikerspiegel regelt. Hierdoor wordt de bloedsuiker hoger en ontstaan er vaak complicaties zoals schade aan de voeten, zenuwen, ogen, nieren en hart- en bloedvaten. Ook lijden deze patiënten relatief vaak aan depressie, hart- en vaatziekten, vormen van kanker en dementie. 1,2 miljoen Nederlanders lijden aan diabetes type 2.
Nascholing voor artsen
De Academy for Integrative Medicine organiseert al enkele jaren de opleiding Integrative Medicine voor artsen. Leefstijlgeneeskunde is daarin een belangrijk onderdeel. In de herfst start een nieuwe lichting; de introductiedag vindt plaats op 13 oktober a.s.
[4] Meer informatie over dit specifieke onderzoek: www.keerdiabetesom.nl.
[5] Deze brief is ook gepubliceerd in diverse media, waaronder NRC. Als Manifest voor Leefstijlgeneeskunde kan de tekst worden ondertekend op www.nilg.eu.
[6] Alle voor dit artikel geraadpleegde bronnen staan onder aan de tekst vermeld.
[7] Te lezen op www.time.tno.nl.
[9] Regeerakkoord 2017-2021, Vertrouwen in de Toekomst, paragraaf 1.4 Zorg, Preventie en Gezondheidsbevordering, p. 13. Leefstijlfactoren worden in het regeerakkoord uitsluitend genoemd onder preventieve gezondheidszorg, niet onder curatieve.
[10] https://nationalezorggids.nl/zorgverzekering/nieuws/43382-basispakket-gaat-leefstijlcoach-voor-twee-jaar-vergoeden-vanaf-2019.html
[11] Alleen al voor diabetes type 2-patiënten zou tussen de € 3 en € 10 miljard bespaard kunnen worden, zo wordt gesteld in het hierboven genoemde manifest.