Lange tijd stond ‘gezondheid’ gelijk aan ‘niet ziek zijn’. De Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) legde dat in 1948 ook min of meer zo vast. Veel mensen (en ook veel werkers in de zorg) hebben dat idee nog steeds. Zo wordt regelmatig aan iemand met serieuze klachten verteld: “We kunnen niets vinden.” Andersom gebruiken mensen (als zelfzorg of op voorschrift) vaak medicijnen voor klachten die, gezien vanuit bijvoorbeeld de natuurgeneeskunde, eerder een teken van gezondheid zijn dan van ziekte, omdat het gaat om een gezonde reactie van het lichaam. Deze reacties zijn essentieel voor onze overleving (zie kader).
Voorbeeld van gezonde reactie van het lichaam
Een klacht die een gezonde reactie van het lichaam is, is bijvoorbeeld diarree. Diarree is natuurlijk vervelend en niet de normale gang van zaken, maar belangrijk is de vraag: “Waardoor heb ik diarree?” Is er iets in het maag-darmkanaal binnengekomen dat er niet thuis hoort? Denk aan een virus, een giftige stof, etc. In dat geval is diarree een zeer verstandige maatregel van een gezond lichaam om de ongewenste stof zo snel mogelijk kwijt te raken! Dan is het dus zeer onverstandig om met medicijnen de diarree te stoppen; dan blijft de boosdoener alleen maar langer binnen en kan hij meer schade aanrichten. Bij een ‘gezonde’ diarree moet deze vanzelf overgaan als het gewenste effect is bereikt. Duurt het te lang, zodat gevaar voor uitdroging ontstaat, dan kun je alsnog het stoppende medicijn innemen, maar je kunt ook de natuur een handje helpen en … een natuurlijk laxeermiddel nemen! Dan help je het lichaam om langs de zelf gekozen weg toch de stof of het beestje kwijt te raken. (Uiteraard is het in individuele gevallen noodzakelijk om een deskundige te raadplegen, vooral als het probleem zich herhaalt. We geven hier alleen dit voorbeeld om te laten zien dat een andere kijk op gezondheid en ziekte kan leiden tot een tegengestelde aanpak.)
Aanleg of leefstijl
Er is maar één ding 100% zeker in het leven en dat is dat er ooit een einde aan komt. Tot het zover is wil iedereen graag zo lang mogelijk van het leven genieten in goede gezondheid. Als je mensen vraagt wat ze het belangrijkst vinden, scoort gezondheid meestal het hoogst.
Vreemd genoeg vinden we daar in het gedrag van mensen heel weinig van terug. We weten allemaal dat roken slecht is, maar toch gaan er jaarlijks miljoenen pakjes sigaretten over de toonbank. Er wordt gemiddeld veel te veel alcohol gedronken. De consumptie van suiker en zout is schrikbarend hoog. We bewegen te weinig, slapen te weinig en lopen vast in allerlei soorten stress. Blijkbaar is het voor de doorsnee mens te ingewikkeld om aan de lange termijn te denken en goed voor zijn lichaam te zorgen.
Sinds het menselijk DNA is uitgeplozen, heerste een tijd het idee dat veel problemen voortkomen uit foutjes in ons DNA en dat je er dus weinig aan kunt doen als je ziek wordt. Inmiddels is duidelijk dat het voor heel veel genen niet zo simpel ligt: de meeste genen die bepalen of we een ziekte wel of niet krijgen, blijken een aan-/uitknop te hebben. Je kunt dus een ‘defect’ gen van je voorouders hebben geërfd, maar zolang dat ’uit’ staat is er weinig aan de hand.
En wat blijkt nu? Onze leefwijze heeft een grote invloed op de stand van de genen. Leven we er maar op los, dan is de kans groot dat ‘slechte’ genen in een ongunstige stand gaan staan. Omgekeerd blijkt een gezonde leefwijze de genen juist in de gunstige stand te kunnen terugzetten of houden. Hier zien we dus een goede verklaring voor het feit dat de ene mens veel ‘vatbaarder’ lijkt voor ziekte dan de andere: de combinatie van aanleg (meegekregen genen) en leefwijze (in welke stand staan ze?) zorgt voor grote individuele verschillen.
Wat is een mens?
Om te kunnen begrijpen wat gezondheid is voor een mens, zullen we eerst moeten vaststellen wat een mens eigenlijk is. Een mens is een hoog ontwikkeld organisme met heel veel mogelijkheden. Misschien wel té veel, als je bekijkt hoe we met onze aarde omspringen…
De mens heeft net als elk organisme twee hoofddoelen: ten eerste in leven blijven en ten tweede zich voortplanten.
Het zichtbare deel van de mens is het lichaam, een complex geheel van organen en een bewegingsapparaat, opgeborgen in een grote ‘zak’, de huid. Dat alles wordt netjes bij elkaar gehouden door het bindweefsel. Binnen de huid hebben we te maken met ons ‘binnenmilieu’, daarbuiten hebben we (via huid en slijmvliezen) een wisselwerking met het ‘buitenmilieu’. Dwars door het lichaam loopt van boven naar beneden een zeer ingewikkelde gekronkelde ‘buis’: het spijsverteringskanaal. Strikt genomen is de inhoud daarvan ook buitenmilieu: pas als delen van de inhoud via de darmwand worden opgenomen in het bloed, komen ze in het binnenmilieu.
Het materiële lichaam is opgebouwd uit miljarden cellen, kleine, vaak zelfstandig functionerende, mini-organismen met elk een eigen specialisme. Botten, spieren, huid en ook organen bestaan allemaal uit zo’n verzameling cellen. Om die ontelbare verschillende cellen aan te sturen is een vorm van bestuur noodzakelijk. Daarvoor hebben we de beschikking over een uitgebreid zenuwstelsel van banen die boodschappen razendsnel kunnen doorseinen. Tegelijk is er een stuursysteem dat werkt met hormonen, bepaalde stoffen die chemische boodschappen aan cellen doorgeven. Deze twee werken op een zeer ingenieuze manier samen. Op alle niveaus gebeurt er 24 uur per dag van alles in ons lichaam/in onze cellen: opbouw, afbraak, vernieuwing, energieproductie, afvalverwijdering, dit alles zonder we het ons bewust zijn. En allemaal met één doel: homeostase, oftewel: het handhaven van het lichaam door zich telkens aan te passen aan veranderende omstandigheden. Zo worden processen als bloeddruk, hartslag, zuurgraad, etc. helemaal automatisch bestuurd (zie de definitie van Huber).
Nog niet zo lang is bekend dat in het bestuur van het lichaam het bindweefsel een sleutelrol vervult. Lang werd gedacht dat dit maar één doel heeft: alle organen en spieren op hun plek houden. Dankzij de onderzoeken van vooral Roel van Wijk[1] weten we nu dat het bestuur van het lichaam (en de natuurlijke geneeskracht) sterk afhankelijk zijn van processen die in het bindweefsel plaatsvinden. Dit gebeurt met diverse biofysische fenomenen, zoals elektriciteit, trilling en licht (fotonen). We noemen dit het Basis Bio Regulatie Systeem (BBRS) en dit blijkt een prima model om de complementaire visie op ziekte en behandeling te verklaren. (Later zullen we deze ingewikkelde materie meer in detail behandelen.)
Een apart ‘deel’ van het lichaam is niet van onszelf, maar wordt gevormd door ons microbioom: miljarden bacteriën en andere organismen die op de huid en de slijmvliezen, maar voornamelijk in de (dikke) darm met ons samenleven. Alles bij elkaar hebben we zo meer DNA in en om ons van bacteriën dan van onszelf! In de dikke darm leeft een kolonie van gemiddeld 1,5 kg microbioom. Zonder deze diertjes kunnen we niet overleven. Ze hebben een belangrijke taak bij het omzetten van voedsel in nuttige stoffen voor het lichaam en minstens zo belangrijk: ze vormen de kern van ons immuunsysteem door ongewenste organismen te bestrijden.
De mens is niet alleen lichaam, maar ook geest: gedachten, emoties, enz. Dit onzichtbare deel vormt met het zichtbare deel een eenheid: het een kan niet zonder het ander. De geest speelt een belangrijke rol in het verzenden van boodschappen naar cellen en organen.
Toen een paar honderd jaar geleden de ‘afspraak’ werd gemaakt dat de wetenschap zich mocht bezighouden met het lichaam, maar dat de geest het terrein was van de religie, is er een kunstmatige scheiding ontstaan, waardoor mensen langzaamaan het idee kregen dat het om twee aparte zaken gaat. Sinds we weten dat lichamelijke storingen je geest kunnen aantasten en dat je door psychische problemen lichamelijke klachten kunt ontwikkelen, beseffen we dat scheiding niet mogelijk is. Eén van de verklaringen van het succes van complementaire behandelingen zit ‘m in het feit dat deze behandelingen meestal ‘holistisch’ zijn: lichaam en geest worden als ondeelbaar beschouwd en de behandeling is op het geheel gericht. De wetenschap heeft het probleem opgelost door een nieuw specialisme toe te voegen: de psychosomatische geneeskunde (of psychosomatiek).
Hoe blijf je gezond?
De vader van de westerse geneeskunde, Hippocrates, was de eerste Europeaan die ziekte in verband bracht met lichaamsfuncties. Voor die tijd dacht men vooral aan bovennatuurlijke oorzaken. Hij sprak ook van de “vis medicatrix naturae”, oftewel: de geneeskracht van de natuur. Zijn standpunt was dat ziekte wordt veroorzaakt door verstoringen in het natuurlijke evenwicht en dat een gezond lichaam die zelf zou moeten kunnen oplossen. Alleen als dit duidelijk niet lukte, was ingrijpen gewenst.
In zijn kliniek werden behandelingen toegepast die er op waren gericht het evenwicht te herstellen. Daarin was een belangrijke plaats ingeruimd voor reiniging van het binnenmilieu. Alle normale processen die 24 uur per dag in ons lichaam plaatsvinden, leveren behalve het gewenste effect ook afvalstoffen op (ook wel slakken genoemd). Een gezond lichaam beschikt over diverse mogelijkheden om die stoffen kwijt te raken (zweet, urine, ontlasting, ademhaling). Komen er echter nog extra vervuilende stoffen bij (milieu/werk, denk aan kolengruis, fijnstof, etc.) of werkt een van de reinigingssystemen niet goed, dan raakt het lichaam vervuild en dat leidt meestal tot klachten.
Omdat de meeste stoffen in ons lichaam terechtkomen via de voeding, is het erg belangrijk wat we eten. De beroemde Nederlandse arts Boerhaave zei het al in het begin van de 18e eeuw: ”Laat voeding uw medicijn zijn en laat uw medicijn voeding zijn.” Aan de ene kant dient voeding zo ‘schoon’ mogelijk te zijn om geen onnodige ‘vervuiling’ te veroorzaken; aan de andere kant hebben we heel veel stoffen nodig voor ons leven en die moeten in voldoende mate binnenkomen.
De huidige natuurgeneeskunde werkt in grote lijnen nog steeds volgens deze principes, terwijl de ‘moderne’ geneeskunde zich tot voor kort steeds meer ontwikkelde in de richting van het toedienen van medicijnen of het uitvoeren van operaties om klachten te laten verdwijnen. Daarnaast wordt er weinig of geen aandacht besteed aan de relatie tussen voeding en gezondheid. In de opleiding geneeskunde is er maar een paar uur ingeruimd voor voeding!
Hippocrates legde al de nadruk op leefwijze als belangrijkste pijler van preventie. De moderne geneeskunde begint hier nu ook steeds meer oog voor te krijgen.
In de oude Chinese geneeskunde kende men ook al de invloed van energie: naast de meetbare seinen die door de zenuwbanen worden verzonden, werkt er ook een niet-zichtbaar energienetwerk om ons lichaam te laten functioneren.
Het nog niet zo lang geleden ontdekte Basis Bio Regulatie Systeem is een belangrijke factor in het functioneren van ons lichaam en ook in het voorkomen of genezen van ziektes. Je zou dat kunnen zien als een combinatie van verschillende soorten ‘thermostaten’, die in goede samenwerking alle chemische en energetische processen in ons lichaam monitoren: gaat het ergens scheef, dan komt er direct een prikkel naar een systeem om het evenwicht te herstellen. Te vergelijken met de ademhaling: als er een tekort aan zuurstof en een overdaad aan koolzuur ontstaat, wordt de prikkel om adem te halen zo sterk dat dit uiteindelijk vanzelf gaat. Diverse niet-reguliere behandelwijzen maken vooral gebruik van het toedienen van prikkels, soms letterlijk (acupunctuur, neuraaltherapie) en soms heel subtiel (homeopathie, biofysische geneeskunde).
Ook de geest speelt een belangrijke rol bij het wel of niet ziek worden van de mens. Het is belangrijk om een doel in het leven te hebben en het gevoel dat je op een goede manier bezig bent. Ook is het belangrijk om te beseffen dat we een onlosmakelijk onderdeel zijn van een groter geheel, de eigen groep, de mensheid, de natuur, de aarde, etc. Hoe graag we ook ‘uniek’ willen zijn, hoe meer we tegen de natuur in leven, hoe lastiger het leven wordt.
Wat we ook te weinig beseffen is dat veel patronen die ons nu in de weg zitten in het leven of in onze gezondheid, eigenlijk overlevingsstrategieën zijn die nog stammen uit de oertijd (of uit ‘onze’ oertijd, de jeugd). Verder kunnen we wel proberen om alles wat ons overkomt met ons verstand te begrijpen of op te lossen, maar dat gaat voorbij aan het feit dat we toch vooral worden bestuurd door ons gevoel en ons onderbewustzijn.
Jong beginnen
Om mensen te leren beter om te gaan met hun lichamelijke en geestelijke gezondheid is het allerbelangrijkste: jong beginnen! Als we de volksgezondheid willen verbeteren en de ontsporende zorgkosten de baas willen worden, zullen we een nieuwe generatie moeten laten opgroeien die van jongs af aan leert hoe je met je lichaam om moet gaan om het gezond te houden en hoe je ook je geest gezond houdt. Vanaf de eerste klassen van de basisschool moet gezondheid een vast onderdeel zijn van het programma, waarbij de school natuurlijk het geleerde direct in praktijk brengt door samen gezond te eten en te bewegen etc.
Tot die nieuwe generatie aan zet is moeten we ons vooral richten op preventie en leefstijl en de bestaande ziektes te lijf gaan met zo veel mogelijk duurzame, mens- en milieuvriendelijke behandelmethoden. Ook hier is nog een wereld te winnen. Daarover in de volgende nieuwsbrief het vervolg op dit artikel: “Hoe word je beter?”
1 Roel van Wijk is van oorsprong biofysisch chemicus en tumorbioloog. Later richtte hij zich geheel op de technologie van het meten van biologisch licht (biofotonen). Dit is het licht in levende organismen, zoals in het menselijk lichaam. Hij onderzoekt hoe het aanwezig is in voeding en wat mensen er mee doen wanneer ze voedsel verwerken, en ook wat het bewustzijn er mee kan doen. Vooral richt hij zich op de structuur van levende optische vezels in het lichaam, waarin licht wordt gestuurd over langere afstanden.
Hetty van Doorn
Bronnen / aanbevolen om te lezen
- “Geneeswijzen in Nederland” door Corwin Aakster en Fleur Kortekaas. Met name de hoofdstukken Basis Bio Regulatie Systeem en Natuurgeneeskunde. Zie recensie.
- “Alles over vasten, detox: reinigen tot in je kern” door natuurarts Hans van Waning.
- “Voeding als medicijn” door Rob Oppedijk
- Alle boeken van Michael Pollan
- “De voedselzandloper” door Kris Verbrugh
- “7 OERsterke principes” door Richard de Leth
- En vele, vele andere! Kijk voor verdere tips op Natuurlijk Gezond Plein
- Interessant filmpje: Jong beginnen? Zie artikel en video over Japanse scholen, waar meer dan 10 miljoen kinderen elke dag een vers bereide lunch van lokale telers eten. De regering vindt dat eten deel uitmaakt van het onderwijs en niet een onderbreking ervan is. Daarom krijgen de leerlingen tijdens de lunch te horen over gezond eten en hebben ze een taak in het opdienen, opruimen en recyclen.
Bekijk video.